Spraak en taal

VerbaalZorg biedt hulp als er problemen zijn in het spreken of in de taal. Bijvoorbeeld bij problemen in de taalontwikkeling of bij onverstaanbaar spreken op kinderleeftijd.

Moeite met spreken of taal kan ook bij volwassenen spelen. Dit is dan meestal door ziekte of veroudering, bijvoorbeeld na een beroerte of als gevolg van dementie.

Problemen in het spreken

Problemen in de spraak kunnen variëren van articulatiestoornissen tot problemen met bepaalde klanken of vloeiendheid. Tijdens de behandeling werken we aan het verbeteren het spreken. De logopedist geeft oefeningen voor de articulatie of klanken. Door middel van individuele begeleiding en op maat gemaakte oefeningen streven we ernaar de spreekvaardigheid, en daarmee de communicatie, te verbeteren.

Spraakproblemen komen bij zowel kinderen als volwassenen voor.
Bijvoorbeeld:

  • problemen in de uitspraak (articulatie)
  • problemen met verstaanbaar spreken of vorming van klanken (fonologie)
  • problemen met de aansturing van de spreekspieren (bijvoorbeeld bij apraxie of dysartrie)
  • problemen met de mondmotoriek (zoals open mondgedrag, duimzuigen of verkeerde slikgewoonten) waardoor het evenwicht in de mondspieren afwijkt en de spraak verandert (oro myofunctionele problemen)

Problemen in de taal

Taalproblemen kunnen zowel kinderen als volwassenen treffen. Problemen met taal kunnen een grote impact op het dagelijks leven hebben en zorgen voor miscommunicaties. 

Bij kinderen kunnen taalproblemen zich voordoen als de taalontwikkeling achterloopt op leeftijdsgenootjes. De logopedist kan dan onderzoeken of er sprake is van een vertraging in de taalontwikkeling door bijvoorbeeld te weinig taalbod of een afwijking in de taalontwikkeling door bijvoorbeeld een taalontwikkelingsstoornis (TOS).  

Bij volwassenen kunnen taalproblemen ontstaan door ziekte of een beroerte. Dit beïnvloedt het vermogen om te spreken, begrijpen, lezen en schrijven. Logopedische therapie verbetert deze taalvaardigheden met op maat gemaakte behandelingen. Dit helpt bij taalproblemen na een hersenbloeding (afasie) of bij moeite met het vinden van woorden, zoals bij dementie.